Behalve avondvullende stukken schreef Anton Tsjechov (1860-1904) een handvol vaudevilles en eenakters: satirische schetsen 
  van menselijke zwakheden en eigenaardigheden. De bruiloft (1889) is zo'n toneelstuk in één bedrijf. Geen pril geluk 
  op dit bruiloftsfeest. De vader van de bruid is gevallen voor een Griekse banketbakker, de bruidegom aast op een grotere 
  bruidsschat en er moet voortdurend gedanst worden. Op het laatste moment is er een generaal opgetrommeld om het 
feest wat cachet te geven. Hij blijkt een hardhorende luitenant-ter-zee in ruste die moeilijk tot zwijgen te brengen is.