Toneel op het MLA

In Van pionier tot mammoet staat niet heel veel. Het is hieronder enigszins verdicht bij elkaar gezet.

[de jaren '30]

Een van de eerste grote spektakels was Herculis Labores, geschreven en geregisseerd door leraar klassieke talen R. Goldschmidt. De kostuums, decors en attributen hiervoor werden gemaakt onder leiding van tekenleraar Nico Baak.

[de jaren '50 en '60]

Het vijfde lustrum werd gevierd in oktober 1955. Het was de bedoeling dat ter gelegenheid hiervan een groots opgezet muziekspel opgevoerd zou worden, speciaal voor de school gecomponeerd door Rudolf Escher. In dit stuk, Hylas genaamd, zou de veranderde sfeer onder de leerlingen tot uiting gebracht worden. Een en ander kon echter niet op tijd klaar zijn en moest uitgesteld worden. De opdracht werd toch verleend.
In plaats van Hylas werd de 'Pied Piper' ingestudeerd, een gedicht van Robert Browning, op muziek gezet door de componisten Mengelberg, Schürman en Rawstone.
In maart 1959 was eindelijk de uitvoering van Hylas, een toneelstuk met muziek voor koor en orkest. De samenwerking met de componist verliep zeer moeizaam. Er waren voortdurend problemen over het honorarium, over de auteursrechten en over het tijdstip waarop het stuk af moest zijn. Escher wilde bovendien een en ander professioneel aangepakt zien, terwijl het Bestuur en de docenten juist zoveel mogelijk door de leerlingen zelf wilden laten doen. In dit laatste slaagden zij maar ten dele: de regie werd verzorgd door Theo Vesseur en de decors werden gemaakt door beeldend kunstenaar Aart Roos. Het koor en het orkest, onder leiding van Johan Ligtelijn, bestonden wel overwegend uit leerlingen, terwijl ook de meeste rollen door leerlingen gespeeld werden. Achteraf bekeken, was iedereen het erover eens dat een en ander wat te hoog gegrepen was, maar dat nam niet weg dat het voor de deelnemende leerlingen een opwindende ervaring was.
Van een van de opvoeringen van Hylas werd een grammofoonplaat gemaakt, en met de opbrengst daarvan werd een deel van de hoge kosten gedekt.

Op de viering van het zesde lustrum in februari 1961 keek iedereen zonder uitzondering met grote tevredenheid terug. Als thema van tien dagen koortsachtige activiteit was de negentiende eeuw gekozen. Tijdens de voorbereidingen waren de eerste en tweede klassen een week ondergebracht op verschillende plaatsen in Nederland, waar zij zich bezig hielden met alles wat maar enigszins met de negentiende eeuw in verband gebracht kon worden. Zij bezochten tentoonstellingen van negentiende-eeuwse kunstwerken, maakten een compleet poppenhuis met poppen in negentiende-eeuwse kleding, een paardentram, een trekschuit en een postkoets. De leerlingen van de bovenbouw konden kiezen uit een groot aantal deelprojecten op school, onder andere het voorbereiden van een revue, waaraan meer dan zeventig leerlingen meewerkten. De regie hiervan was in handen van Rein Bloem, die dat jaar voor het eerst, als leraar Nederlands, aan de school verbonden was.

De viering van het zevende lustrum in 1966 was een groot succes. Rond het thema 'magie' werd tijdens de voorbereidingsweek gewerkt aan allerlei projecten, waaronder toneel, muziek, film, fotografie, hekserij, alchemie, filosofie, en aan het inrichten van de verschillende lokalen waarin het resultaat van dit werk getoond werd. Als teken des tijds kan de discussie beschouwd worden over de vraag of de werkweekfilm 'De Keerkring' vertoond mocht worden, in verband met enig bloot dat hierin te zien viel. Na klachten van ouders werd de naaktscène uit de film geknipt.

Dat bepaalde dingen in Amsterdam - in die tijd centrum van hippies en in het nieuws wegens het slapen op de Dam en in het Vondelpark - wat eerder konden dan elders, bleek bijvoorbeeld uit de opschudding die in 1967 op de lnter Montessoriale in Utrecht ontstond toen de Amsterdamse montessorilyeïsten het toneelstuk 'Het Beleg' opvoerden, geschreven door een leerling. Hierin vielen woorden als 'klootzakken' en 'homoseksuelen' en de kreet 'Johnson moordenaar'. Ook werd, volgens een deel van het publiek, het koningshuis beledigd. Haak had over dit stuk wel van tevoren met de Schoolraad overleg gepleegd, maar had geen bezwaar gemaakt.

[Rein Bloem]

Tot slot moeten nog twee grote toneelhappenings genoemd worden, namelijk Onder het melkwoud van Dylan Thomas, gespeeld in 1962 [het stuk werd, met een groot aantal oorspronkelijke spelers en weer onder regie van Rein Bloem, opnieuw opgevoerd tijdens het 50-jarig jublileum van het MLA - rvd] en De storm van Shakespeare, opgevoerd in april 1964. Onder de bezielende leiding van Rein Bloem werd beide keren door de talloze deelnemende - vaak ook duidelijk talentvolle - leerlingen een niet geringe prestatie geleverd. Ook de decors en de kostuums werden door leerlingen gemaakt, onder leiding van de docenten voor handenarbeid en tekenen Jan van Schoten en Hans Vermaas en van gymnastieklerares Felicia Otter. Het succes van beide stukken was zeer groot, hoewel sommige docenten Onder het melkwoud eigenlijk een te modern en te wreed stuk vonden om met kinderen op te voeren. Het dagblad Het Vrije Volk schreef op 23 april 1964 over de uitvoering van De storm in theater Marcanti:

'Het leek wel of daar op het toneel gisteravond het hele Montessori Lyceum zich had opgesteld. Of alle leerlingen aan de opvoering van Shakespeares spel van toverij "De Storm" hadden meegewerkt. [...] Rein Bloem heeft zijn opvatting over "De Storm" aan de scholieren over kunnen brengen. Hij heeft gestreefd naar echt theater en niet, zoals naar zijn mening ten onrechte zo vaak is gebeurd, naar een allegorisch spel tussen goed en kwaad. [...] De opvoering van het Montessori Lyceum is een fascinerende gebeurtenis geworden.'

Repetitie De storm met Rein Bloem