Marianne debuteerde bij het schooltoneel als Santje, de vrouw van Cuwaert de haas, in De Jungle Opera. Ze zong daar samen met Marc naast het prachtige 'Wie geboren is voor taptemelk', ook het ontroerende slotnummer 'Een haas moet nooit geen tijger willen worden'. Haar tweede en glansrol was in Andorra. Ze speelde Barblin, de geliefde van de hoofdpersoon Andri, die aan het eind verslagen achterblijft.
Na het MLA volgde ze de cabaretopleiding van de toneelschool en maakte snel furore. Haar dood was voor iedereen een grote schok.